Schoolvoorbeelden uit de praktijk

Praktijkvoorbeeld van de peuterklas en eerste kleuterklas bij juf Anniek van GILKO Merelbeke


KOOGO ging in gesprek met juf Anniek en Kimberley van GILKO Merelbeke. Juf Anniek heeft al 30 jaar ervaring als kleuterjuf bij de peuters en Kimberley is de zorgcoördinator.

Op dit moment is er één kleuter in de klas die niet zindelijk is. Dit is voor Anniek geen probleem, het wordt wel lastig als het er 4 of meer zijn. Maar dat gebeurt niet heel vaak. Wel heeft Anniek het gevoel dat er tegenwoordig in de gezinnen minder tijd is voor de zindelijkheidstraining. Veel gezinnen zijn tweeverdieners.

Communicatie met ouders

Infomoment over de klaswerking in het begin van het schooljaar

In het begin van het schooljaar is er een infomoment voor de ouders van alle instappers van dat schooljaar. Er wordt algemene informatie gegeven over de klaswerking. Een belangrijk thema dat hier besproken wordt, is zelfredzaamheid. Het thema zindelijkheid komt hier niet uitgebreid aan bod, aangezien er nog een apart wenmoment komt kort voordat de kleuter instapt.

Wenmoment, een paar weken voor de instapdag

Juf Anniek vertelt hoe ze met de ouders in gesprek gaat tijdens het eerste meespeelmoment, een paar weken voordat de peuter zal starten in de klas: ”Tijdens het wenmoment in de klas heb ik altijd een gesprek met de ouders en pols ik naar hoe het staat met de zindelijkheid. In de meeste gevallen is het kindje al zindelijk of zijn ouders ermee bezig. Als ouders nog bezig zijn met de zindelijkheidstraining dan ga ik in gesprek en geef ik een aantal tips. Soms zijn ouders er nog niet aan begonnen en is het is dan een soort wake-up call. In de meeste gevallen is het kindje zindelijk als het start op school.”

“Wij communiceren niet eerder over de zindelijkheid, bijvoorbeeld bij inschrijving of infomoment. We denken dat dat te vroeg is en de sense of urgency er dan niet zal zijn. Het wenmoment geeft ouders juist een paar weken de tijd, wat in de meeste gevallen genoeg is om het kindje zindelijk te maken.”, aldus juf Anniek. Ook is de school afgestapt van een zindelijkheidskoffer (met brochures en een knuffel met potje e.d.), omdat een persoonlijk gesprek zinvoller is.

Er wordt ook via een heen-en-weer-schriftje en tijdens de oudercontacten met ouders gecommuniceerd over de zindelijkheid indien nodig.

Anniek geeft aan dat ze dit jaar één kleuter heeft die nog niet zindelijk is en ze gaat hiervoor regelmatig met de ouders in gesprek. In dit gesprek gaat het o.a. over:

  • Luisteren hoe ouders het doen en wat wel en niet lukt.
  • Bevragen van de thuissituatie en welke mogelijkheden en moeilijkheden er zijn.
  • Bijkomende ondersteunende informatie geven aan de ouders.

Rollen

Anniek vertelt over de rol die de school opneemt: “Als school nemen wij een ondersteunende rol op in de zindelijkheidstraining. Zo communiceren we dat ook aan de ouders. Ouders nemen het initiatief en de school ondersteunt hierbij.” Anniek doet dit o.a. door het kindje tijdens de schooluren regelmatig te herinneren om naar de wc te gaan en vertelt het volgende hierover: “Het is belangrijk dat de kleuter op zijn eigen moment naar de wc kan gaan. Gelukkig heb ik wc’tjes dicht bij de klas, waardoor de kleuters zelf kunnen gaan. Uiteraard herinner ik ze er ook aan en houd ik in de gaten wie al lang niet naar de wc is geweest. Deze kleuter spoor ik dan extra aan. Ik ben geen voorstander van klassikale wc-momenten. Kleuters moeten leren luisteren naar hun lichaam en leren aanvoelen wanneer ze naar de wc moeten.”

Aangezien Anniek vele jaren ervaring heeft in de peuterklas kan ze zeer veel waardevolle adviezen geven aan ouders. Eén van de waardevolle tip voor ouders om te zien dat er gestart kan worden met de zindelijkheidstraining is:

“Doe thuis een onderbroek aan onder de pamper. Op deze manier blijft het proper, maar kan je toch testen of het kindje klaar is voor de zindelijkheidstraining. Als de onderbroek na 2 uur droog is (een aantal keer testen) dan kan er gestart worden met de zindelijkheidstraining.”

Zindelijkheid krijgt een plaatsje in de klas

Anniek geeft aan dat de infrastructuur en de klasinrichting van groot belang zijn. Wc’s dicht bij de klas, een potje in de klas en een verschoonkussen in de klas zijn cruciaal. Dit zorgt voor de onmisbare veiligheid in het zindelijkheidsproces. Ook in de boekenhoek zijn boekjes over zindelijkheid te vinden. In de poppenhoek zijn er ook potjes, onderbroekjes etc. Anniek vindt het belangrijk om het thema te normaliseren.

Zelfredzaamheid

Anniek vertelt dat een heel belangrijk aspect van de zindelijkheid de zelfredzaamheid van de kleuter is. Als de zelfredzaamheid gestimuleerd wordt, wordt het zindelijk worden ook makkelijker:

  • de afwachtende houding van de kleuter wordt minder (initiatief nemen),
  • het zelf kunnen aangeven dat de kleuter naar de wc moet (taalontwikkeling)
  • zelf naar de wc gaan (vertrouwen hebben),
  • de kleding aan en uittrekken (motorische ontwikkeling),
  • het krijgen van positieve bevestiging als het gelukt is (meer zelfvertrouwen)

Dus een gunstige voorwaarde voor zindelijkheid is zelfredzaamheid.

Als het moeilijk loopt

Anniek zegt dat ze streng is voor ouders, ze verwacht dat ouders een inspanning doen om hun kind zindelijk te krijgen.

Soms loopt het niet zoals gepland, Anniek vertelt: “Het gebeurt soms dat ouders zoveel druk ervaren over het zindelijk worden van hun kind, dat dit een negatief effect heeft op het zindelijkheidsproces. Het oefenen van de zindelijkheid moet gebeuren in de gevoelige periode en dat is per kind anders. Ik geef ouders dan zoveel mogelijk adviezen in het belang van het kind. De school en ouders gaan hier dan verder over in gesprek en werken samen aan een aanpak.

Tot slot heeft Anniek nog een aantal praktische tips voor ouders, collega’s en de beleidsmakers:

  • Maak duidelijk afspraken over kleding. Kleuters hoeven er niet op en top mooi uit te zien, liever een trainingsbroek dan een strakke jeans, geen rompertjes maar hemdjes en schoenen die de kleuter zelf aan en uit kan doen (test dit al in de schoenenwinkel),…
  • Zorg dat de infrastructuur in de school aangepast is, wc’s dichtbij, een verzorgingskussen dichtbij,.. Maar ook op maat, de kleuters moeten met hun voeten op de grond kunnen.
  • School en ouders moeten samenwerken in het belang van het kind, waarbij de ouders het initiatief nemen en de school ondersteunt.
  • Zindelijkheid gaat op het tempo van het kind, maar je kan het kind ondersteunen; er op een positieve manier over te praten, regelmatig een potje aan bieden, helpen herinneren en door te herhalen.
  • Er is een grote meerwaarde van gemengde leeftijdsgroepen voor de jonge kleuters. Denk hierbij aan:
    • De voorbeeldfunctie van de iets oudere kleuters
    • Het stimuleert de zelfstandigheid
    • Kleuters leren zorgzaam te zijn voor anderen.

KOOGO bedankt Juf Anniek en juf Kimberley van GILKO Merelbeke voor hun tijd en waardevolle praktijkvoorbeeld.

Note:

Het zindelijkheidproces verloopt bij elk kind anders, toch doe je er als ouder goed aan om rekening te houden met onderstaande richtlijnen: 

  • Start tijdig tijdens de gevoelige periode (18 maanden). Doe dit op een ontspannen manier.
  • Zindelijk worden is een leerproces. Geef je kind daarom voldoende kansen om te oefenen.
  • Werk samen om je kind zindelijk te maken. Maak vanaf de start samen afspraken over hoe je het als ouder wil aanpakken en stem af met andere personen die je kind opvangen, bijv. opvang, grootouders…
  • Gebruik het stappenplan van Kind en Gezin om jullie te begeleiden in het zindelijkheidsproces.